3 november 2024

Een transitie doe je niet alleen

“Het gaat er systeemtherapeuten niet zozeer om wat er ín mensen gebeurt, maar wat er tússen mensen gebeurt”, zegt Anouck Voncken. Zij is systeemtherapeut bij het Genderteam Zuid-Nederland. Het houdt in dat ze in gesprek gaat met zowel de personen die in transitie gaan als hun ouders, partners of andere naasten.

“Voorop staat: een transitie doe je niet alleen”, zegt Anouck Voncken. “Het heeft invloed op de mensen om je heen, je ouders die geen zoon, maar een dochter hebben of een partner die getrouwd blijkt te zijn met iemand met een ander gender. Dat raakt hen, maar hun reacties hebben ook weer invloed op jou als je in transitie gaat. Wat betekent hun steun voor jou? Of, hoe ga je om met hun angst of verdriet en zorgt dat bij jou dan voor twijfel of belemmering?”

“Wat je leeftijd ook is, ook al ben je 80, neem altijd je naasten mee naar de gesprekken”, vervolgt ze. Die kunnen heel verschillende emoties hebben, afhankelijk van hoe het thuis voorafgaand aan het besluit tot transitie is gegaan. “Wat hebben de mensen om je heen meegekregen? Ze kunnen totaal flabbergasted zijn – ‘ik wist niet dat ie dit voelde’ – of juist totaal niet verrast – ‘ik wist het eigenlijk nog eerder dan mijn kind’ of ‘mijn partner heeft me vanaf het begin meegenomen’.”

Als de verrassing van een coming-out als trans persoon voor de omgeving zo groot is, is de vraag hoe dat komt. Komt het door angst voor negatieve reacties of door moeizame communicatie? Is er invloed vanuit school, werk of religie of zijn er andere culturele omstandigheden? En hoe ga je daar verder mee om? Misschien voelt de transgender persoon bij zichzelf: ‘ik wil dit niet zijn’, of de druk van buiten: ‘ik mag dit niet zijn’.

Waardevolle gesprekken

Een aanpak waarbij je dan steun biedt aan zowel de persoon die in transitie gaat als de omgeving die daarin mee wordt gezogen, met vreugde of tegenstribbelen, lijkt eigenlijk heel logisch. “We snappen niet dat het niet overal de norm is,” zegt Voncken. Die verbazing was aanleiding om twee jaar geleden een artikel te schrijven over aandacht voor ‘relationele transitie’, een transitieproces met aandacht voor de omgeving en betrokkenheid van die ander.

Het artikel – Wat betekent hij is een zij voor mij? – is vooral bedoeld voor collega-therapeuten. “Onze ervaring is dat veel van hen zodra het woord ‘gender’ valt, doorverwijzen naar een genderpoli. Maar je hoeft geen genderspecialist te zijn om waardevolle gesprekken te kunnen voeren.”

In het artikel wordt de transitie besproken in drie leeftijdsgroepen en situaties: gezinnen met kinderen, gezinnen met jongeren en volwassen transgender personen in hun diverse rollen. Relaties met ouders en anderen, die natuurlijk in elk individueel geval anders zijn, verschuiven in deze levensfases.

Telkens geldt dat wanneer een transgender persoon stappen zet in de transitie dat anderen dwingt om zich opnieuw te verhouden tot die persoon. Er kan verzet zijn of steun, afstand of betrokkenheid. En soms is de vraag hoe je die stappen kunt zetten zonder elkaar kwijt te raken.

Geliefden niet vergeten

In het artikel kijken Voncken en haar mede-auteurs allereerst naar kinderen en hun ouders. Ze schrijven dat bij kinderen genderdysfore gevoelens heel consistent kunnen zijn, maar dat dit niet altijd zo is.

Bij jongeren weten ouders niet altijd alles over wat er in hun kinderen omgaat. Zodra ze ervan horen, vragen ze zich wellicht af: is dit niet gewoon onderdeel van de zoektocht naar identiteit die jongeren in die leeftijd beleven? Moeilijk, want jongeren kunnen het gevoel hebben dat ouders hen dan tegenhouden. Of die ouders hebben juist schuldgevoelens omdat ze het niet eerder hebben opgepikt. Bovendien geldt dat een kind vanaf zestien jaar zelfbeschikkingsrecht heeft in het eigen medische traject. Maar ouders hebben nog altijd een opvoedende en zorgende rol en ook invloed op de stappen die hun kind kan zetten. Waar ligt dan de ideale balans tussen zorg en zelfstandigheid?

“Bij genderdiverse kinderen komen de ouders wel mee, maar dat je je naasten meeneemt, zou ook voor andere leeftijden normaal moeten zijn.”

Bij een volwassen transgender persoon tot slot zien de auteurs allerlei rollen. Zoals ouder, partner, vriend, collega en vaak ook nog steeds kind. Voor partners bijvoorbeeld kan de coming-out een grote schok zijn, en aanleiding om de partnerrelatie opnieuw te bepalen. Mensen blijven bij elkaar of scheiden misschien, maar hoe dan ook zijn reacties afhankelijk van de snelheid van transitie. Als iemand geleidelijk aan kleine stappen zet, kan de partner vaak beter volgen. Ook kinderen van transgender ouders maken een proces door: wat betekent dit voor onze relatie en voor mij?

In alle leeftijdsgroepen zijn er allerlei concrete zaken waar gezamenlijk over wordt beslist. Een jurkje aan naar school als je genderdiverse kind dat wil? Wat te doen met de kinderfoto’s? En wat zeg je tegen je vader of moeder als die in transitie gaat: mam, pap of gebruik je een ander woord?

Zo laat het artikel zien dat je geliefden, naasten en familie niet kunt of mag vergeten als je in transitie gaat. En het laat zien hoe systeemtherapie kan zorgen dat dit ook niet gebeurt.

Rouw

“Het was een heel nieuwe ervaring, schrijven van zo’n artikel, maar het heeft wel wat opgeleverd”, zegt Voncken. “We zijn ermee naar congressen geweest en zelfs op Epath.” Epath is het Europees congres voor transgenderzorg. “Het is wel een beetje mijn missie geworden: meer aandacht voor de relationele transitie. Bij genderdiverse kinderen komen de ouders wel mee, maar dat je je naasten meeneemt, zou ook voor andere leeftijden normaal moeten zijn. Je kunt het echt niet alleen, soms juridisch niet, maar vooral sociaal niet.”

“Ik denk aan de trans jongen van wie de ouders twijfels hadden. Is er wel sprake van genderdysforie of is het misschien te verklaren uit een medische behandeling die de jongen eerder had gehad? En kan de wens van mastectomie van de zoon iets te maken hebben met de door kanker gedwongen mastectomie van de moeder? Het is dan een langzaam proces om de ouders niet kwijt te raken. Uiteindelijk is het goed gekomen en kon de jongen verder met transitie, maar ik was me er wel van bewust dat dit proces zijn lijden heeft verlengd en ik heb daar ook excuus voor gemaakt.”

“Dan moet je bedenken dat bezorgdheid geen afwijzing is, maar een uiting van liefde”, vervolgt ze. “En er kan ook rouw zijn. Een rouwproces ontstaat vaak als je bewuste of onbewuste verwachtingen veranderen.” Rouw ervaren mensen ook omdat ze afscheid nemen van de persoon die iemand was vóór transitie; het kind dat ze liefdevol hebben opgevoed of de partner op wie ze verliefd zijn geworden. Hoe kun je daarmee omgaan?

Help me om het te begrijpen

Veel genderdiverse mensen willen graag dat na de transitie alles wat herinnert aan hun vroegere leven verdwijnt, maar dat kan voor de omgeving een enorm verlies zijn. Mensen willen misschien toch dingen bewaren, foto’s van vroeger of een jurkje of iets.

“Sommige mensen sturen nieuwe geboortekaartjes na iemands transitie. ‘Het is (toch) een zoon of een dochter.’ Een andere manier van naasten om ermee om te gaan en tegelijk ook een signaal naar de omgeving. Verder organiseren mensen soms bijeenkomsten, eventueel zonder de persoon die in transitie is of is geweest, om herinneringen op te halen en elkaar verhalen te vertellen.”

Hoe dan ook, het begint allemaal met luisteren en praten, bijvoorbeeld bij de systeemtherapeut als het onder elkaar moeilijk blijkt om erover te spreken of mensen bang zijn voor de reacties. Wat doet dit met mijn ouders of partner? Verlies ik ze misschien als ik het niet goed kan uitleggen?

“Help me om het te begrijpen, vragen mensen ons dan bijvoorbeeld. Of: hoe kan ik mijn kind of mijn partner steunen? Ze zitten misschien nog in een ontkenningsfase: is dit werkelijk wat er gebeurt? Hier kunnen ze al die vragen en kwesties in elk geval veilig bespreken, zowel samen als apart van elkaar.”

Tekst Ton van den Born, foto Anouck Voncken

Verder lezen en luisteren

Het artikel waarover in het interview gesproken wordt, staat hier.

Er is ook de podcast van ‘Omgekeerde wereld’ waarin Anouck Voncken vertelt over haar aanpak. Gesplitst in twee delen: deel 1 en deel 2.

Credits

Branding & design Cheerleader.studio

Website development Digitmind.nl

Fotografie headers: Tengbehkamara.com